Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het primair onderwijs

 

Artikel 156 Opheffingsnormen bij wijziging van de gemeentelijke indeling en bij grenscorrecties
1
In het geval van een wijziging van de gemeentelijke indeling of een grenscorrectie als bedoeld in artikel 283 van de Gemeentewet, stelt Onze minister op de wijze als aangegeven in artikel 154 en artikel 155, tweede lid, de nieuwe opheffingsnormen voor de betrokken gemeenten onderscheidenlijk delen van gemeenten vast, voor zover deze afwijken van de op grond van artikel 153, tweede lid, en artikel 155 bepaalde opheffingsnormen.
2
Indien burgemeester en wethouders binnen 3 maanden na de datum van herindeling, bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Wet algemene regels herindeling, een besluit nemen tot splitsing van de gemeente, stelt Onze minister voor de beide gebiedsdelen een afzonderlijke opheffingsnorm vast. Artikel 155, eerste lid eerste, tweede en vierde volzin en tweede lid eerste en derde volzin, is van overeenkomstige toepassing.
3
Artikel 155, derde lid, eerste, derde en vierde volzin, en vierde lid is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in het vierde lid voor ?6 maanden? wordt gelezen: 3 maanden.
4
De ingevolge het eerste en tweede lid vastgestelde opheffingsnormen treden in de plaats van de op grond van artikel 153, tweede lid, en artikel 155 bepaalde opheffingsnormen en treden in werking met ingang van 1 januari volgend op de datum van herindeling, bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Wet algemene regels herindeling. Tot en met 31 december volgend op de datum van herindeling blijven op de scholen in de gemeenten die bij de wijziging van de gemeentelijke indeling of de grenscorrectie zijn betrokken, de opheffingsnormen van toepassing die golden op de dag voorafgaande aan de datum van herindeling.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •